Alle leerlingen verdienen passende ondersteuning in het onderwijs. Onderwijsprofessionals moeten daarvoor steeds beter in staat zijn om de benodigde ondersteuning te bieden voor de leerlingen in de school. In die gedachte zit ook de route naar inclusiever onderwijs. Maar in hoeverre zijn we (al) op weg naar inclusie? Wat betekent dat voor de begeleider? Zijn of haar rol wordt immers steeds belangrijker. En dat vereist weer een versterkte ondersteuningsstructuur in de school. Tijdens de conferentie ‘Passend Onderwijs. Hoe nu verder?’ deelden de deelnemers hun ervaringen en lieten zij zich inspireren door bevlogen gastsprekers. Een korte terugblik.
“In het onderwijs werken we te veel met bestaande oplossingen!’ Ruim driekwart van de deelnemers (87 procent) was het met deze stelling eens. Er gaat al veel goed op het gebied van passend onderwijs, maar er zijn ook nog heel wat stappen te zetten. En dat vereist hier en daar een andere manier van denken en aanpakken. Dat bleek ook tijdens de online conferentie ‘Passend onderwijs. Hoe nu verder?’ op woensdag 10 maart. De digitale deelnemers waren begeleiders en ondersteuners in het onderwijs; van IB’ers en ambulant begeleiders tot ondersteuningscoördinatoren, SLB’ers, teamleiders en schoolleiders.
Bestaande oplossingen doorbreken Dagvoorzitter en moderator Myrthe Meurders opende het congres met de livestream, waarbij zij in een half uur de drie gastsprekers beurtelings aan tafel uitnodigde om over passend onderwijs en de stellingen door te praten. Maar wie moeten de bestaande oplossingen dan doorbreken? Stelling 2 - ‘Ben jij de aangewezen persoon om dat te doen?’ - leverde ook weer een ruime 80 procent meerderheid op die het met deze stelling eens was.
Naast verbeteren, ook uitdagingen aangaan De centrale thema’s die ochtend werden door de gastsprekers wat later verder uitgediept, maar eerst kwamen ze bij Myrthe langs. Wouter Hart, de man van de bedoeling, ging nader in op de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp/jeugdzorg. Jaap Versfelt zette de schijnwerpers op de passende ondersteuning in de klas. En Peter de Vries belichtte tot slot de leerling en ouder als gelijkwaardig partner. “Passend onderwijs evalueren is prima en ook voor ons bekend terrein. Iedereen in het onderwijs is continu bezig met het verbeteren, maar er zijn ook uitdagingen”, opende Myrthe. “Klopt”, beaamde Wouter. Vooral in zijn verdiepingssessie ging hij in op de vraag of we nu dingen doen, omdat het hoort of omdat het helpt. Bij Myrthe startte hij met een metafoor van een kleermaker.
In de oplossingenkramp schieten, of niet? Een man liet bij een kleermaker een pak maken. Na enige tijd kwam hij langs om het kostuum te passen. Maar toen dat niet echt goed lukte, raadde de kleermaker de man aan om krom te gaan lopen. “Zo past het pak immers wel”, was zijn oplossing. ‘Probeer écht te zien wat de ander ziet’ “En dat is wat wij ook doen met leerlingen: het pak is leidend en wij zijn de kleermakers in een ‘oplossingenkramp’. Niet echt dé oplossing. We moeten terug naar de bedoeling”, concludeerde Wouter. “Geef niet de oplossing, maar het vraagstuk eronder. En probeer ernaar te kijken met de ogen van een ander. Probeer écht te zien wat de ander ziet.” Leerling in actiestand zetten Myrthe haalde een uitspraak van een leraar aan: “Ik was 81 procent van mijn werk bezig met het verzinnen van oplossingen.” Wouter reageerde: “Het fundament van leren is de vraag te stellen: wat vind jij eigenlijk logisch? Laat een leerling zelf denken. We schieten vaak veel te snel voor een ander in de oplossingenmachine. Beter is het om je eigen invloed aan te wenden: zet de leerling zelf aan het denken, zet ‘m in de actiestand. Maar dat geldt ook voor alle andere betrokken partijen. Scholen zijn nu druk bezig antwoorden te formuleren die passen bij de Inspectie. Maar is dat werkelijk de bedoeling? Doe je dat, omdat het hoort of omdat het helpt?”
Teams versterken Wat helpt is volgens Jaap Versfelt om met je team aan de slag te gaan. Jaap is initiatiefnemer en leider van LeerKRACHT, de stichting die scholen ondersteunt bij het versterken van hun onderwijs en ze helpt kansenongelijkheid tegen te gaan. ‘Samen werk je aan het verbeteren van het onderwijs’ “Scholen die hun team versterken, boeken veel meer resultaat, blijkt uit onderzoek. Samen werk je aan het verbeteren van het onderwijs. Daarbij is het belangrijk dat je de ondersteuning krijgt van je schoolleider. Pas dan sta je echt sterk.” “Maar hoe krijg je die schoolleider dan mee?”, vroeg Myrthe. “Deel positieve voorbeelden, attendeer de schoolleider eens op iemand die op deze manier werkt.” Ouders betrekken heeft effect Na Jaap schoof Peter de Vries aan, onderzoeker en expert ouderbetrokkenheid. Ook Peter ziet het regelmatig gebeuren dat scholen en lerarenteams vast komen te zitten in bestaande oplossingen. “Ik ben verliefd”, begon hij. “Al een half jaar. En wel op het woord ouderbetrokkenheid. Dat begrip gaat eigenlijk niet zozeer over de ouders, maar juist over de leerling. ‘Ouderbetrokkenheid beoogt altijd effect’ Zijn of haar ontwikkeling en toenemende eigen verantwoordelijkheid - het eigenaarschap - staan immers centraal in de samenwerking tussen school en ouders”, lichtte Peter toe. “Ouderbetrokkenheid beoogt dus altijd effect. En om dat effect te bereiken is het nodig efficiënt samen te werken, zodat het beoogde resultaat van samenwerken maximaal wordt behaald.”
Vooral de kwaliteit centraal zetten Myrthe stipte ook het begrip kansenongelijkheid aan. “Dat neemt toe in deze tijd. Wat kun je daar als begeleider mee?” Peter: “Juist begeleiders zijn hier van toegevoegde waarde. Ze staan immers tussen leraar, ouder en leerling in. Die brugfunctie is essentieel. Als begeleider sta je er iets verder vanaf, kun je alle perspectieven meenemen en kun je daardoor voor anderen juist overzicht creëren.” Peter adviseerde begeleiders in het onderwijs ook om vooral nieuwsgierig te zijn naar de ouders. “Het ervaren schoolverleden van ouders speelt vaak een rol. Ze willen hun kind niet aandoen, wat zij vroeger zelf ervoeren.” En een laatste advies: “Richt je niet op tevredenheid, maar juist op kwaliteit. Durf daarin keuzes te maken. Stel je doet met een gezin aan tafel een onderzoek naar de tevredenheid van de maaltijden. Dan krijg je alleen een positief resultaat als ze elke dag patat eten. Maar is dat de bedoeling?” Voor wie daar nog geen chocola van kon maken, waren de daarna volgende verdiepingssessies een uitkomst. Lees meer over wat Wouter Hart zegt Lees meer over wat Jaap Versfelt zegt Lees meer over wat Peter de Vries zegt